De huisvesting van statushouders in Nederland blijft een gevoelig onderwerp, waarbij onlangs tegenstrijdige signalen zijn afgegeven door het kabinet. Asielminister Faber biedt gemeenten financiële steun voor het huisvesten van statushouders, in afwachting van de plannen voor 'sobere doorstroomlocaties'. Tegelijkertijd heeft minister Keijzer van Volkshuisvesting een wetsvoorstel ingediend om gemeenten te verbieden om voorrang te verlenen aan statushouders bij de verdeling van sociale huurwoningen.
De voorgestelde wet roept zorgen op bij veel gemeenten en woningcorporaties, zoals woningcorporatiekoepel Aedes, die vrezen voor chaos als de wet wordt aangenomen. Momenteel bestaat er vaak een informele afspraak tussen gemeenten en woningcorporaties om een percentage van beschikbare sociale huurwoningen aan statushouders toe te wijzen.
De situatie wordt gecompliceerd door het feit dat er nog steeds aanzienlijke aantallen statushouders in asielzoekerscentra verblijven, wat leidt tot verstoringen in de gehele huisvestingsketen. In 2022 zijn er in Buren minder sociale huurwoningen toegewezen aan statushouders in vergelijking met het voorgaande jaar. Ondanks deze afname slaagt de gemeente erin om aan de huisvestingsdoelstellingen van het ministerie te voldoen.
In de eerste helft van dit jaar moeten er in Buren 21 statushouders gehuisvest worden. Tot en met februari hebben negen statushouders een plek gevonden, maar het exacte aantal toegewezen woningen blijft onduidelijk vanwege gedeelde verblijven en alternatieve huisvestingsvormen zoals hotels.
Uit een analyse door de Vereniging Nederlandse Gemeenten blijkt dat Buren een van de weinige gemeenten is die erin slaagt om voldoende statushouders te huisvesten volgens de gestelde doelen. De gemeente wordt vergeleken met vijftien gemeenten met vergelijkbare huishoudenssamenstelling en welvaartsniveau.