In Buren is het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor hulp in de huishouding, rolstoelen en taxiritten afgelopen jaar tot een recordaantal van 1360 gestegen. Dit markeert het vijfde opeenvolgende jaar van toenemend gebruik, zo blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De stijging in WMO-gebruik weerspiegelt een bredere nationale trend, aangezien bijna 1,3 miljoen Nederlanders vorig jaar gebruik maakten van de regeling. Deze groei wordt voornamelijk aangedreven door de vergrijzing, met een opvallende participatie van een derde van de 75-plussers in de WMO. In Buren betekent dit dat 665 inwoners van 75 jaar en ouder profiteren van deze ondersteuning.
De toename in WMO-kosten leidt tot politieke spanningen, waarbij de financiering van de regeling onder de loep wordt genomen. In Buren is de prijs per inwoner gestegen van 26 euro in 2019 naar 42 euro afgelopen jaar. Een discussie over eigen bijdragen is gaande, waarbij inwoners met een inkomen van meer dan 40.000 euro verplicht zouden zijn (een deel van) de WMO zelf te bekostigen. Dit zou voor ongeveer 29 procent van de WMO-gebruikers in Buren gelden.
De groeiende vraag naar WMO-hulp in de huishouding is een opmerkelijk aspect in de trend. Het aantal mensen in Buren dat gebruik maakt van deze ondersteuning is het afgelopen jaar voor het vijfde achtereenvolgende jaar gestegen naar 725. Echter, personeelstekorten in sommige gemeenten leiden tot beperkingen in de toegewezen hulpuren, waardoor inwoners met WMO-ondersteuning genoodzaakt kunnen zijn zelf hulp te organiseren.
De variatie in maatregelen tussen gemeenten roept vragen op over de consistentie en effectiviteit van de WMO. Staatssecretaris Maeijer staat voor de uitdaging om de diversiteit aan ondersteuning te stroomlijnen en de kwaliteit van de WMO-diensten te waarborgen. Met de voortdurende groei en financiële druk blijft het beheer van de WMO een cruciale kwestie voor de lokale overheden en de betrokken burgers in Buren.